Halverwege de East Coast - Reisverslag uit Rockhampton, Australië van Michiel - WaarBenJij.nu Halverwege de East Coast - Reisverslag uit Rockhampton, Australië van Michiel - WaarBenJij.nu

Halverwege de East Coast

Blijf op de hoogte en volg Michiel

18 Juni 2013 | Australië, Rockhampton

Hoi allemaal,

Ruim twee weken begon mijn reis in de reis. Vanuit Cairns, na twee maanden daar gezeten te hebben, vertrok mijn vliegtuig naar Sydney. Daar bleef ik een dag om Gijs weer te ontmoeten, die drie maanden op een boerderij had gewerkt, en de dag erna door te vliegen naar Alice Springs.
In Sydney rondlopen was heel apart. Inmiddels was het bijna winter daar, maar toch nog steeds 17 graden. Iedereen in dikke jassen en ook zelfs mutsen gezien. Ruim drie maanden terug had ik Sydney verlaten met gemengde gevoelens, aangezien ik niks aan werk kon vinden, maar nu was het toch wel heel leuk om weer door toch mijn woonplaats voor een maand te lopen. Het voelde haast als thuiskomen.
De volgende dag vlogen we naar Alice Springs, het kleinste gat in Australie dat op de kaart staat aangegeven. Dat dacht ik in ieder geval. Toch was het nog redelijk levendig, vooral doordat alle Aboriginals er maar een beetje de hele dag op straat rondhingen. Hier heeft de populatie black fellas toch echt zijn absolute hoogtepunt bereikt. Nog steeds zijn ze de hele dag high van de lijm en schreeuwen ze de hele buurt bij elkaar. Een hele slecht opgevoede trok zelfs zijn broek naar beneden midden in het park en begon daar even te poepen.
Vanuit Alice Springs vertrok onze Ayers Rock Tour. Drie dagen lang gingen we met een groep van ongeveer 15 mensen door de Red Centre, waar al het zand, alle rotsen rood zijn, langs Kings Canyon, Kata Tjuta en natuurlijk Uluru, Ayers Rock.
De eerste dag gingen we naar Kings Canyon. Aan het eind van de wandeling van zo'n vier uur ging de zon onder, wat voor een bijzondere kleurverandering zorgde van de rode steen.
's Nachts sliepen we in 'swags', een soort dikke slaapzakken, onder de blote sterrenhemel. Het was, zo met de heldere hemel en verdwenen zon, enorm koud. We sliepen dan gelukkig nog wel rond een kampvuur.
De volgende ochtend reden we weer vroeg weg, nog voordat de zon op was, richting Uluru. Uren later waren we daar pas aangekomen en hebben we, na naar het Cultural Centre te zijn geweest, waar de religieuze achtergronden van Uluru worden uitgelicht, de basewalk gemaakt van 10 km. Op de plaatjes kun je niet goed zien hoe imposant dat hele ding is. Maar dat was ie zeker.
Helaas hebben we geen mooie sunset gehad, waar de kleur van de Rock van oranje naar donkerrood zou moeten veranderen. Het mooie van de bewolking was dan weer dat het misschien niet zo koud was vannacht. Niets was minder waar.
De volgende ochtend was het nog kouder dan de dag ervoor. We moesten ook nog eens eerder uit de swag dan de vorige dag. Dat allemaal om de zonsopgang te bekijken bij Kata Tjuta, het 'kleine' broertje van Uluru. Misschien minder bekend, maar wel groter en haast nog indrukwekkender dan Ayers Rock. Hier hebben we de 'Valley of the Winds Walk' gemaakt, die zijn naam zeker eer aandeed. Aardig briesje.
Na drie dagen getourd te hebben, zijn we nog wat gaan eten en drinken met de groep in het bruisende Alice, waar nog een kogellamme Aboriginal midden in de bar niet meer kon praten en maar in zijn broek plaste. Op de weg terug kwamen we er nog eentje tegen die op de grond dronken lag te zijn, en een andere kwam zo'n beetje achter ons aan.

De dag erna, dinsdag, vlogen we weer naar Cairns. Donderdag hebben we een dagje gesnorkeld op het Great Barrier Reef met Passions, een van de haast ontelbare boten die een reef trip aanbieden. In de ochtend hebben we gesnorkeld bij Paradise Reef. De golven, die normaal gedempt worden door het Reef, waren best wel hoog, waardoor het best wel even inkomen was met het snorkelen, ook al heb ik in een ver verleden een aantal snorkeldiploma's heb gehaald...
's Middags hebben we aangelegd bij Michaelmas Cay, een soort grote zandbank met koraalrif. Deze was zo mogelijk nog mooier dan de eerste reef. Schildpadden en stingray waren niet aan mij besteed, maar wel enorm veel kleurrijke visjes die overal om je heen zwommen. Heel mooie ervaring.

Vrijdag begon dan het hoofddeel van de reis: de roadtrip. Vanuit Cairns gingen we in een maandje van Cairns naar Sydney, met eerst een korte trip naar het noorden, in totaal zo'n 3500 km.
's Ochtends hoopten we al onze Spaceship op te halen, de rode campervan. Na wat gekloot met creditcards konden we dan 's middags eindelijk koers zetten richting Port Douglas en Cape Tribulation. Zeker Cape Trib was echt een tropisch paradijs, waar de natuur het nog voor het zeggen had. Dit is de enige plek ter wereld waar twee World Heritage Sites aan elkaar grenzen: het Daintree Rainforest en, natuurlijk, het Great Barrier Reef. Hier in Cape Tribulation was het dan ook dat we nog wat tropische wildlife hebben gezien. Eerst een enorme zeeschildpad, later nog een klein schildpadje in het regenwoud, een flink grote harige spin en, als hoogtepunt, een cassowary. Een grote loopvogel die een mens zo in elkaar kan rammen en zelfs kan doden. Met zijn blauwe kop liep hij zo langs onze spullen op het strand.

Terug in Cairns maakte Gijs, na een nacht op een gratis camping (dat ie gratis was, was wel te zien aan de drukte en het type mens; backpackers) zijn bungyjumps.
's Middags dan echt voor het laatst Nomads in Cairns verlaten, het hostel waar ik dus mijn hele tijd in Cairns had doorgebracht. We reden via de Atherton Tablelands, een haast on-Australische streek, leek meer op de Alpen, naar Mission Beach, zo'n 150 km ten zuiden van Cairns. Daar gingen we een dag later skydiven.
's Ochtends vroeg om 7 uur moesten we ons al melden. Een aantal formulieren, die me nou niet bepaald op mijn gemak stelden, later, werd ik naar de bus geroepen. Een korte busrit later stond ik bij het vliegtuigje waar ik niet veel later uit zou springen. Ik moest zelfs als eerste van het hele vliegtuigje, de hele dag zelfs, mijn skydive maken, iets waar ik niet bepaald op zat te wachten.
Vanaf het moment dat we het vliegtuig in stapten tot ik weer met beide benen op de grond stond weet ik alles nog precies. Toen het lampje aanging, teken dat we op 14000 ft zaten, ging de deur naast mij open en bungelden mijn benen buiten het toestel. We moesten kijken of we op de juiste plek sprongen en toen gebeurde het. We vlogen, een vrije val tot we nog zo'n 1 km boven de grond zaten. Op zijn top val je met zo'n 55 meter per seconde, tegen de 200 km/h, naar beneden. 60 seconden, voor je gevoel 10 seconden later, ging de parachute open. Nog steeds gingen we erg hard, maar nu kon je min of meer bijkomen van de adrenalinekick die je net had gehad. De parachute zelf besturend kon ik genieten van het uitzicht boven Mission Beach. Weer een minuut of twee later stond ik weer op de grond.
De paar uur er na heb ik gewoon nog nagenoten van de enorme ervaring die ik net had gehad.
's Avonds zijn we richting Townsville gereden, zo'n 250 km ten zuiden van Cairns.

Afgelopen vrijdag zijn we naar de Fullmoon Party geweest op Magnetic Island, voor de kust van Townsville. Vanaf 5 uur 's middags een beetje voorbereid op het feest, met de bekende emmertjes drank van de 'echte' fullmoons in Thailand. Het gekke was alleen dat de maan verre van vol was. Er was een reden voor.
Dit was eigenlijk de eerste plek in Australie waar ik Australiers tegenkwam in het nachtleven. Ze konden nou niet al te goed tegen drank, allemaal flink dronken en eentje kon zelfs geen woord meer uitbrengen.
De party ging door tot 5 uur in de morgen, waarna we meteen de ferry naar het vasteland hebben genomen. De brakke zaterdag hebben we maar gebruikt om een beetje bij te komen, want we moesten nog een flink eind rijden naar Airlie Beach, waar we maandag een tour hadden naar de Whitsunday Islands.

Met een speedboot zijn we tussen alle 74 Whitsunday eilandjes door gescheurd. Onderweg hebben we ook nog gesnorkeld in de zogenaamde 'fringing reefs' van de eilanden. 'Een typische winterdag', zei een van de instructeurs. De lucht was strakblauw, het was een graadje of 24 en wij lagen te chillen op het mooiste en witste strand dat ik ooit zal zien. Whitehaven Beach (met 98% silica, wat een strand wit maakt, een veel hoger percentage dan bij 'normale' stranden) was echt onbeschrijfelijk mooi en het zand liep zo lekker...

Vandaag zijn we van Airlie Beach naar Rockhampton gereden, waar we wel een hele dag zoet mee waren. We konden weer terecht bij de mensen waar ik eerder al vijf dagen heb gelogeerd in Rockhampton. Morgen staat er een vergelijkbare tocht op het programma, naar Noosa, Sunshine Coast, waar donderdag onze 3-daagse kanotrip door de Noosa Everglades begint en direct aansluitend de niet te missen Fraser Island tour. Daarna zijn we uitgetourd, en kunnen we redelijk rustig aan in twee weken de laatste 1200 km afleggen van Brisbane naar Sydney.
En dan zit Oz er voor mij alweer bijna op...

  • 18 Juni 2013 - 21:58

    Pap:

    Ha Mieg,

    Ik duizel helemaal: teveel om even in een 'kort' verslag te noemen. Het lijkt wel een ervaring van een jaar! Vooral die monolieten in hartje Australië lijken me een onvergetelijke belevenis.
    Terwijl ik dit typ is het hier dertig-plus graden en morgen gaat het naar 35! Ik verlang wel naar zo'n nachtje in de open lucht met min 10.

    groet,
    pap

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Michiel

Actief sinds 20 Okt. 2013
Verslag gelezen: 714
Totaal aantal bezoekers 12957

Voorgaande reizen:

22 Januari 2013 - 22 Juli 2013

Down Under

Landen bezocht: